Een poster van een marineschip sierde zijn kinderkamer. Hij groeide op aan zee en was dol op de Vlootdagen. Het KIM (Koninklijk Instituut voor de Marine) leek hem als kleine jongen al wat. Maar hij besloot eerst naar de universiteit te gaan. De Marine, dat kwam misschien later wel, was de gedachte.
Totdat Defensity College op zijn pad kwam: het programma dat studenten een bijbaan biedt bij Defensie. 1 dag in de week. Betaald. En als militair.
De 22-jarige Daan Vossenberg hoort bij de eerste lichting zogenoemde werkstudenten. Eind augustus volbracht hij de Algemene Militaire Opleiding Reservisten (AMO-R). Zijn studentenleven bekostigt hij nu met een bijbaan bij DMO. Welke kleur pak hij koos bij deze 'paarse' organisatie, is wel te raden.
Handtekeningenchaos
Trots draagt Vossenberg zijn marinepak. De student rechten en politicologie voelt zich naar eigen zeggen helemaal in zijn element achter zijn bureau-voor-1-dag in het hoofdgebouw van de Frederikkazerne in Den Haag. Voor de sectie Systeemmanagement onderzoekt hij hoe de wildgroei aan benodigde handtekeningen voor projecten, kan worden ingeperkt. Dat doet hij op de afdeling Luchtvaartsystemen. Daarbij komt zijn studie luchtvaarttechnologie, die hij volgde voor zijn huidige studies, goed van pas. “Soms zijn er wel 20 handtekeningen van verschillende mensen nodig voordat er iets aan bijvoorbeeld een F-16 kan worden aangepast. Dat kost tijd”, legt Vossenberg uit. “Ik kijk of dit proces geoptimaliseerd kan worden.”
Met zijn rechtenstudie is de student ook bruikbaar voor collega’s op andere projecten. “Laatst nog werd ik gevraagd of ik even naar een juridisch probleempje wilde kijken. Of met een frisse blik. Ik sta met 1 been binnen Defensie en 1 been in de samenleving. Ik kijk soms toch iets anders naar dingen.”
Barman
Vossenberg had even geen studentenbaan toen hij hoorde van Defensity College, een nieuw programma opgericht om jonge slimme mensen aan Defensie te binden. De initiatiefnemers creëren bijbanen voor universitaire studenten op de defensiewerkvloer. “Dat kwam mooi uit”, lacht Vossenberg. “Ik kan achter de bar gaan staan, maar ook hier zitten. Die keus is niet moeilijk. Hier leer ik wat, heb ik uitdaging in mijn werk en kan ik een kijkje in de keuken van Defensie nemen om te zien of het echt wat voor mij is.”
Militairen
De studenten van Defensity College gaan als reservist aan de slag, beginnend in de rang van korporaal. Daarom moeten zij de AMO-R volgen. Dat betekent wapenles, met bepakking een rivier oversteken en op bivak. Iets wat Vossenberg niet lang genoeg kon duren. “De eindoefening, waarbij mariniers de vijand speelden, ga ik nooit vergeten. Ik had echt een grote lach op mijn gezicht en dacht: dit wil ik vaker doen. De dynamiek in de groep is dan meteen heel anders. Je bent echt op elkaar aangewezen. Dan zie je wie hulp nodig heeft en wie helpt.”
De interesse om na zijn studies naar het KIM te gaan is nog meer gegroeid, vertelt Vossenberg. Wat hem betreft mocht het AMO-R-bivak wel wat zwaarder en daarom denkt hij er nu over om marinier te worden. “De POTOM, (Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers, red.) spreekt mij aan, vooral vanwege het praktijkdeel.”
Tot die tijd heeft hij het goed naar zijn zin bij DMO. “Vroeger had ik bij Defensie het idee dat er vooral soldatentypes werken. Directe, no-nonsense-mannen. Maar dat valt mee, er is ook veel ruimte voor persoonlijke overwegingen. Er wordt hier genoeg gelachen.”
Majoor Frans Leijtens begeleidt Vossenberg en is zeer tevreden met de student als extra werkkracht. “Ik raad het andere afdelingen van DMO ook aan. Het grote voordeel is dat we langere tijd dezelfde persoon binnen hebben. We hebben ook graag stagiairs, maar die komen en gaan. Nu kunnen we continuïteit garanderen.”
Bron: magazines.defensie.nl